Al bijna 25 jaar een vertrouwd gezicht in het basisonderwijs
Als je het hebt over een duidelijke en consequente leerkracht, dan is Wendy Franssen (52) uit Venray daar het perfecte voorbeeld van. Al 25 jaar werkt zij met hart en ziel in het primair onderwijs, waarvan 20 jaar op haar huidige basisschool in Venray. Met een dosis humor en een ijzersterke structuur staat zij fulltime voor groep 8 waar zij haar leerlingen laat groeien. “Ouders vertellen mij dat ze het zo fijn vinden dat ik duidelijk ben, dat er rust is in de klas en dat de kinderen er zo fijn kunnen werken.”
Ruimte voor lol
Het opzetten van een musical, meegaan op kamp en fulltime voor de klas staan. Wendy zet zich volop in, maar dan wel onder de volgende voorwaarde: de eerste twee weken van het schooljaar is Wendy heel streng en heel duidelijk tegen de kinderen. De regels mogen met geen millimeter overschreden worden. Gaat het anders, dan verwijst zij direct terug naar de afspraken en de regels. “In het begin lijkt het dan misschien dat ik die hele strenge juf ben. Maar als de structuur eenmaal staat en iedereen weet wat de regels zijn, hoef ik de rest van het jaar niet meer te mopperen. Sterker nog, dan is er heel veel ruimte voor grappen en lol. Door de rust en de veilige sfeer kunnen de kinderen in alle rust bij mij in de klas werken. Wie zou dat niet prettig vinden?”
Authentieke zelf
Wendy voelt zich als een vis in het water op de school waar zijn al 20 jaar werkt. “Mijn werk is mijn ontspanning. Laatst had ik een gesprek met mijn directeur, die zei: ‘je bent altijd zo vrolijk, Wendy, je loopt glimlachend door de gang.´ En dat klopt, want mijn werk is echt mijn ‘fiep’ (speciale interesse). Ik kan mezelf zijn, mezelf laten gaan met mijn humor.” Als tip geeft Wendy dan ook mee om duidelijk aan te geven aan een leidinggevende wat helpend is. Voor haar is het nuttig als collega´s rechtstreeks zeggen wat de bedoeling is, in plaats van vage hints te geven. Ze heeft ook gevraagd om onverwachte lesbezoeken, in plaats van geplande, zodat ze haar authentieke zelf kan zijn, zonder zenuwen van te voren.
Extra ondersteuning
Aan werkgevers wil zij meegeven dat iemand met autisme soms wat extra ondersteuning nodig kan hebben. Als daar naar geluisterd wordt kan die persoon met autisme heel veel brengen. Kijk naar wat hem of haar een goede leerkracht maakt, ook al doet die persoon het net even anders dan een collega. Aan werknemers raadt ze aan om indien nodig met een vertrouwenspersoon binnen de school te praten als er iets niet goed voelt. Het is wettelijk verplicht om voor elke school een vertrouwenspersoon te hebben, niet alleen voor leerlingen en ouders maar ook voor de leerkrachten. “Ik vond het zelf prettig om mijn diagnoseautisme tegen het hele team te vertellen. Nu begrijpen mijn collega´s waarom ik soms wat directer ben.”
Koetjes en kalfjes
Hoewel Wendy aangeeft dat er momenteel niet echt iets is waar zij tegenaan loopt op het werk, heeft zij in het verleden met uitdagingen te maken gehad. “Ik woon en werk in hetzelfde kleine dorp. De kans is dus groot dat ik ouders van kinderen tegenkom, die met mij over koetjes en kalfjes willen praten. Dit vind ik soms lastig. Gelukkig onthoud ik altijd een leuk detail of feitje over een kind tijdens schooltijd. Dan kan ik tegen de ouders zeggen: Je zoon maakte vandaag een prachtige tekening’ of ‘Je dochter heeft vandaag hard gewerkt’. Dat maakt voor mij onverwachte gesprekken veel gemakkelijker.” Verder heeft Wendy in het verleden veel gevraagd aan collega’s hoe zij ergens mee omgaan of hoe zij iets precies doen. En waar zij eerst nog wat moeite had tijdens oudergesprekken met wachten op haar beurt, wanneer mag zij iets zeggen, wanneer is iemand uitgepraat, is dit door haar werkervaring iets waar ze nu veel minder tegenaan loopt.”
In de wildernis
Zo’n fijne tijd als die Wendy de kinderen uit haar klas geeft, heeft ze zelf niet gehad in haar eigen basisschooltijd. “Ik was degene in de klas die de leerkracht verbeterde, tot ergernis van de leraar en de andere kinderen. Ik had geen aansluiting met klasgenoten. Las liever de SAS survivalgids in het Engels zodat ik wist hoe ik kon overleven in de wildernis, dan dat ik met Barbies speelde. Dit werd toen als ‘vreemd’ gezien en daarom ben ik ontzettend gepest. Ook had ik toen geen diagnose autisme. Er werden toen zelfs bijna helemaal geen meiden gediagnosticeerd met autisme.”
Kopje thee
Het was pas op de middelbare school dat er een docent was die haar begreep. Nu is zij degene die de (neurodivergente) leerlingen begrijpt wanneer ze met uitdagende situaties worden geconfronteerd. Ze herinnert zich een leerling met autisme in groep 8, die zelfs na de overgang naar de middelbare school nog twee keer per jaar een kopje thee met haar kwam drinken. Pas na vier jaar durfde hij dit los te laten. “Deze leerlingen bloeien bij mij op. Ze voelen zich gezien door mij. Ik zie aan hun blik wanneer ze het moeilijk hebben. Dan leg ik uit dat ik ze snap. Bijvoorbeeld bij een ruzie wat ontstaan is door een miscommunicatie. Omdat ik zelf als kind sociaal onhandiger was heb ik gevoeld hoe het is, ik kan daardoor hun gevoelens vertalen.”